19
november
2015
|
10:55
Europe/Amsterdam

‘In 2050 bestaat De Energiesector niet meer’

Samenvatting

Van de grote energiebedrijven heeft Eneco ‘het groenste investeringsbeleid’, zegt Ron Wit, directeur Public Affairs. Tijdens de toer van de Groene Top Trein is het bedrijf gastheer van het rijtuig Energie. “De energietransitie kan ons niet snel genoeg gaan.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarom is Eneco ingestapt bij de Groene Top Trein?
“Allereerst hebben wij een langjarig contract met de Nederlandse Spoorwegen gesloten. De helft van de treinen van de NS rijdt nu op groene stroom. In 2018 is dat honderd procent. Deze stroom wordt opgewekt in nieuwe windparken, die we stapsgewijs in gebruik nemen in Nederland (o.a. in de Noordzee en de Noordoostpolder), België, Duitsland en Engeland. Het contract behelst een jaarlijks verbruik van 1,2 terawattuur. Dat is meer dan 1% van de totale Nederlandse energiebehoefte. De Groene Trein is het symbool van ons partnership, dat veel verder gaat dan een contract tussen leverancier en afnemer alleen. Zo kijken we samen ook hoe de energievoorziening op de stations verduurzaamd kan worden. Het is onze missie om iedereen van energie uit 100% duurzame bronnen te voorzien. Eneco heeft thans de grootste opwekcapaciteit van groene stroom, zoals windmolens, zonnepanelen, bio-energiecentrale, van alle energiebedrijven in Nederland. We rijden mee met de Groene Top Trein omdat we mensen willen prikkelen om bij ons in te stappen – figuurlijk dan - en een tandje bij te zetten in het voorkomen van de opwarming van de aarde.”

De energietransitie gaat u niet snel genoeg?
“De klimaatonderhandelingen zijn tot nu te veel een diplomatenfeestje geweest. En klimaatverandering is al zo’n abstract begrip. Het mooie aan de Groene Top Trein vind ik dat iedereen erbij betrokken wordt. De trein komt de mensen opzoeken, hij rijdt door het hele land. Zo verwelkomen wij bijvoorbeeld ook op ieder traject een nieuwe schoolklas uit een scholierencompetitie, de Klimaatheldenwedstrijd, aan boord voor een WindLab-workshop. Wanneer er meer mensen, lokale bestuurders en bedrijven nauwer betrokken worden bij het klimaatprobleem en de oplossingen, is het voor de overheid gemakkelijker om in te zetten op een ambitieus klimaatbeleid.”

Welke rol ziet u voor energiebedrijven, nu steeds meer particulieren en coöperaties hun eigen energie opwekken?
“Onze rol als energieproducent en –leverancier zal langzamerhand kleiner worden. We bevinden ons in een transitiefase waarin het aandeel duurzame energie groeit. Een steeds groter aandeel van de productie zal door burgers en bedrijven in andere sectoren worden opgewekt. Volgens het energieakkoord zal in 2023 al 30 tot 40% van onze stroom uit duurzame bronnen worden opgewekt. Dat betekent dat het energiesysteem veel flexibeler moet worden om een antwoord te vinden op het toenemende aanbod uit fluctuerende bronnen zoals zon en wind. Flexibiliteitsdiensten kunnen ervoor zorgen dat dit wisselende aanbod tegen lage kosten kan worden ingepast. Bijvoorbeeld door huisbatterijen of apparaten vooral te laden als er een overschot aan stroom uit zon en wind beschikbaar is en de energieprijs laag is. Energiebedrijven zijn nu nog in het voordeel om flex-diensten te ontwikkelen omdat ze kennis van het energiesysteem hebben. Als ze te lang wachten worden ze ingehaald door andere partijen.”

Hoe ziet het energiesysteem er in 2050 uit?
“Ik ben er zeker van dat de zon in 2050 de dominante energiebron is. Tegen die tijd zijn zonnecellen geïntegreerd in materialen en onderdeel van het straatbeeld. De energiesector zoals we die nu kennen bestaat dan niet meer. Energie wordt een integraal onderdeel van andere economische sectoren en wordt continue uitgewisseld. Denk aan warmte-koude installaties in gebouwen, of batterijen van elektrische auto’s voor het lokaal in evenwicht brengen van vraag en aanbod van stroom.”

Waar staan de energiebedrijven in 2050?
Innovation & Ventures, een nieuw onderdeel van de Eneco Groep, steekt 100 miljoen in de ontwikkeling en opschaling van tientallen innovatieve energieprojecten en start-ups. We investeren onder andere in TOON (een slimme thermostaat), Sustainer Homes (zelfvoorzienende containerwoningen), Nerdalize (een server-verwarming) en Peeeks (een intelligent systeem om opwek en verbruik van groene stroom te optimaliseren). We bewegen ons van een verkoper van gas en elektriciteit naar een technologiebedrijf dat diensten verleend ten behoeve van de decentrale energievoorziening. Ook nu gaan we met onze klanten al veel verder dan het standaard leveringscontract. Ons windpark Delftzijl Noord is speciaal gebouwd om het nieuwe datacenter van Google van groene stroom te voorzien, wat past in onze strategie om nieuwe duurzame energiebronnen zoveel mogelijk te ontwikkelen samen met onze klanten. Het partnership met de NS is hier ook een goed voorbeeld van. En wanneer burgers kunnen participeren in windmolens levert dit voor hen een betere verdeling van de lusten en lasten op. Dat is belangrijk voor het draagvlak voor windenergie.”

We horen de laatste tijd veel over een splitsingswet, die jullie zou dwingen productie en netbeheer te spitsen.
“Niet alleen voor ons bedrijf, maar ook voor de werkgelegenheid en de zeggenschap over onze energievoorziening is het onbegrijpelijk als de splitsing wordt doorgezet. Nederland is het enige land in Europa dat haar energiebedrijven splitst. Nederlandse bedrijven worden daardoor op een concurrentie achterstand gezet ten opzichte van buitenlandse energiebedrijven. Bovendien is splitsing overbodig omdat de stroom- en gasnetten al worden beschermd tegen commerciële risico’s van het energiebedrijf en een buitenlandse overname door reeds bestaande wetgeving. Alle andere Europese landen kiezen voor andere oplossingen om hun netten te beschermen en voorkomen daarmee de uitverkoop van hun energiebedrijven aan het buitenland. In geval van splitsing zullen we ons duurzaamheidsbeleid in volle vaart doorzetten, zij het gedwongen met beduidend minder financiële slagkracht. Bij opsplitsing wordt de balans in feite in stukken geknipt. Dat betekent dat we onze investeringen in de regionale economie met € 400 miljoen zouden moeten terugschroeven.”

Deze tekst verscheen eerder op Tumblr.
Tekst: Wilke Wittebrood