Utrecht,
16
oktober
2014
|
15:00
Europe/Amsterdam

Klant ook op lange termijn gegarandeerd van warmtelevering

Eneco neemt in Utrecht warmte- en elektriciteitsproductie over van Nuon

Samenvatting

Eneco breidt in Utrecht haar productiecapaciteit voor warmte aanzienlijk uit. Het energiebedrijf neemt van Nuon een aantal centrales en het warmtetransportnetwerk over. Daarbij maken zo’n 85 medewerkers de overstap van Nuon naar Eneco. Beide bedrijven zijn dit vandaag met elkaar overeengekomen. De overname staat gepland per 1 januari 2015.

Onderdeel van de overeenkomst zijn de overname van twee productielocaties voor elektriciteit en stadsverwarming, vijf hulpwarmtecentrales, zeven warmteoverdrachtstations en het 25 kilometer lange transportleidingnet. De productielocaties wekken warmte op voor 50.000 huishoudens en 1.200 zakelijke klanten in Utrecht en Nieuwegein. Financiële details over deze transactie worden niet openbaar gemaakt.

Verduurzaming

De plannen voor een nieuwe biomassacentrale zijn ook onderdeel van de overname, maar zullen door Eneco tegen het licht worden gehouden. "Het uitgangspunt is dat we het Utrechtse warmtenet verder willen verduurzamen. Een nieuwe biomassacentrale is een serieuze optie, maar we zullen alle alternatieven voor de toekomst van Utrecht blijven afwegen", aldus Herman Exalto, directeur van Eneco Warmte & Koude.

Voor Eneco is deze overeenkomst een belangrijke stap. In Utrecht produceren Nuon en haar voorgangers al sinds 1923 warmte; die Eneco vervolgens aan haar klanten levert. Het aflopen van de huidige warmteleveringsovereenkomst eind van dit jaar vormde voor de twee partijen een natuurlijk moment om te bekijken hoe in de toekomst de stadsverwarming aan klanten in de regio Utrecht kon worden ingericht. Van de twee opties - verlenging van de overeenkomst of een overdracht van de productie aan Eneco - bleek de laatste de meest realistische gezien de huidige marktomstandigheden. Om de warmteketen van productie tot klant op lange termijn veilig te stellen en verder te verduurzamen zijn optimalisaties nodig. Beide bedrijven zijn het er over eens dat dit het beste kan door de gehele keten bij één partij onder te brengen.

Herman Exalto: “Door de hele warmteketen in één hand te hebben, kan efficiënter worden geopereerd. Bovendien krijgt Eneco zo de mogelijkheid om innovaties op het warmtenet toe te passen. Vanuit onze visie zullen we de verschillende mogelijkheden onderzoeken en tegelijkertijd staan we open voor initiatieven van onze klanten en gemeenten om gezamenlijk te werken aan een verdere verbetering van het systeem.”

Alexander van Ofwegen, Directeur Nuon Productie bij Nuon: “Ik wil mijn waardering uitspreken voor de medewerkers van de centrales in Utrecht en hen bedanken voor hun jarenlange inzet. Deze inzet en de goede samenwerking tussen beide partijen maken een zorgvuldige overdracht mogelijk. ”

Eneco levert in Nederland stadswarming aan zo’n 300.000 woningequivalenten, bestaande uit huishoudens en zakelijke klanten, in onder andere Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Warmtenetten reduceren de CO2-uitstoot met 50 procent of meer.

De centrales in Utrecht 

Op de locatie Lage Weide staat de centrale ‘Lage Weide 6’, een in 1995 gebouwde warmtekrachtcentrale. De centrale heeft een maximaal elektrisch vermogen van 248 MegaWatt en een maximaal thermisch vermogen van 180 MegaWatt. Op het terrein staat naast een hulpwarmtecentrale uit 2009 ook een black-start installatie van 10 Megawatt die vanaf 2011 in gebruik is gesteld. ‘Deze installatie kan in geval van totale stroomuitval de elektriciteitscentrale van stroom voorzien om weer op te starten. De hoge Nuon-schoorsteen op het terrein is overigens niet meer in gebruik. De schoorsteen is beschermd industrieel monument.

Onder Merwedekanaal vallen de warmtekrachtcentrales Merwedekanaal 11 en 12. Het maximaal elektrisch vermogen van Merwedekanaal 11 is 103 MegaWatt en het maximaal thermisch vermogen van 110 MegaWatt. Merwedekanaal 12 heeft een maximaal elektrisch vermogen van 225 MegaWatt en een maximaal thermisch vermogen van 180 MegaWatt.

De andere bij de overeenkomst betrokken hulpwarmtecentrales en warmteoverdrachtstations staan onder andere in Leidsche Rijn, Overvecht, Kanaleneiland en Nieuwegein.